Elke zege is bijzonder, daar zijn de IFKS-kampioenen het wel over eens. En ze smaken naar meer. Na de ontlading en een frisse duik in de havenkom van Lemmer, gaat daarom het vizier langzaamaan weer richting een volgend kampioenschap. Niet zonder resultaat, want van de 19 kampioenen die de A-klasse tot nu toe opleverde, wisten tien de top van het eindklassement vaker dan eens te bezeilen. Drie van hen lieten de vloot vier, vijf en zelfs zes keer achter zich.
“Het waren allemaal liefhebbers van zeilen. Dat ging soms wel eens raar en ruig, maar het was niet altijd een ongeregeld zootje hoor!”
TON BRUNDEL
Zesvoudig kampioen – 1997, 2005, 2006, 2008, 2012, 2015
Skûtsje Lytse Lies
“De eerste is altijd het meest bijzonder. Overweldigend ook, want alles is nieuw. En het is een feestje hoor, als je met z’n allen in de kom van Lemmer het water induikt. De kampioenstitels daarna zijn ook hartstikke mooi, maar die eerste keer is het allermooist.”
Allemaal concurrenten
Maar liefst zes keer won Ton Brundel de IFKS, maar dat biedt niet per se garantie voor de toekomst. Ton: “Theoretisch gezien kunnen we met de Lytse Lies niet winnen van die grote schepen. Wij moeten het echt van de tactiek hebben en van het feit dat we hoger kunnen zeilen. Goede startjes zijn tegenwoordig allesbepalend, want de rest van de vloot is ook heel goed. Wat dat betreft zijn het op dit moment allemaal concurrenten, eigenlijk zonder uitzondering. Er kunnen zeker twaalf kampioen worden. Dat was een aantal jaren terug nog heel anders.”
Bijna vanaf het allereerste begin zeilt Brundel al mee in de IFKS. “Het waren allemaal liefhebbers van zeilen. Dat ging soms wel eens raar en ruig, maar het was niet altijd een ongeregeld zootje hoor!” In 1982 ziet hij, nog vanaf de kant, hoe Nico Hoek de eerste kampioen wordt. Ton: “In die periode deed iedereen mee om het meedoen en de gezelligheid. Alles wat kon drijven verscheen aan de start. Dat is niet te vergelijken met nu. In Sloten (daar vond destijds nog de openingswedstrijd plaats, red.) moesten sommigen hun zeilen nog tanen. Het was veel amateuristischer, maar enthousiast en fanatiek op hun manier. Nico Hoek stak daar wel bovenuit.”
“Volhouden, verbeteren en trimmen, trimmen, trimmen”
Het tweede jaar van de IFKS stapt Brundel voor het eerst zelf als bemanningslid aan boord bij Allard Syperda. Van hem leert hij de kneepjes van het vak. “Allard was een echte doorzetter. Tijdens een wedstrijd in 1988 werden we lek gestoken door Age Bandstra. Wij lagen over bakboord en hij kwam over stuurboord aan. Zijn loefbijter was net een blikopener en die prikte er bij ons in. Er zat een gat van veertig of vijftig centimeter. Het skûtsje liep helemaal vol, maar Allard wilde beslist over de finish komen. Toen hebben we kussens in het gat gepropt en de meiden hebben gehoosd voor hun leven. We voeren zoveel mogelijk over de andere boeg, zodat er minder water naar binnen liep. Allard was niet van het benauwde, een goede schipper ook. Ik heb heel veel van hem opgestoken.”
In 1994 brengt Brundel voor het eerst zijn Lytse Lies ten tonele en debuteert als schipper. “Mijn vader kwam altijd vanaf de kant kijken en als we wonnen dan ging hij in Lemmer ook mee het podium op. Hij was 94 en trots op z’n zoon.” Pa Brundel leeft inmiddels niet meer, maar een heel nieuwe generatie neemt zijn honneurs waar. Ton: “Je hebt een team aan boord en daar komt nog een hele familie bij. Die staan allemaal aan de kant te supporteren. Kleine kinderen van nog geen drie jaar die met een shirtje van de Lytse Lies staan te juichen en te zwaaien. Het is altijd leuk en gezellig. Natuurlijk wordt er onder de wedstrijd wel eens geroepen ‘vier die schoot ‘ns een beetje man!’, maar daar blijft het ook bij. Na de wedstrijd gaan we op de roef of het achterdek zitten en mogen ze me vijf minuten helemaal verrot schelden. Daarna moet het klaar zijn. Niet meenemen naar de kroeg en niet meenemen naar de volgende dag anders hou je geen goed team bij elkaar.“
En laat dat team nu één van de sleutels tot succes zijn. Ton: “Een goede bemanning, een goed schip, goed materiaal en verder volhouden, verbeteren en trimmen, trimmen, trimmen. We gaan niet voor het meedoen, maar voor het winnen. Ook dit jaar weer, honderd procent. Dan moet je alles uit de kast halen. En lol erin hebben!”
Lees ook:
Vier unieke IFKS-kampioenen – Nico Hoek, de winnaar van de allereerste IFKS.
Vier unieke IFKS-kampioenen – Age Bandstra, vlak voor de start nog katoenen zeilen tanen.
Vier unieke IFKS-kampioenen – Sieb Meijer, die een conflict met de IFKS bij de Rijdende Rechter uitvocht.