Als het over de SKS gaat, dan hoor je al snel de namen Meeter en Zwaga vallen. Zij waren echt de mannen van het eerste uur, die geen blad voor de mond namen maar doordenderden. Ruzie maken met elkaar en dan weer doorgaan. Hun jarenlange strijd ontstond mede doordat ze vele seizoenen aan elkaar gewaagd waren. Het zijn de mythes van de SKS.
Ulbe Zwaga: beste hardzeiler aller tijden
Met 79 dagoverwinningen en 11 kampioenschappen staat Ulbe Zwaga (1907-1992) uit Langweer nog altijd op de eerste plaats in het Vleugelklassement, het klassement waarin ook naar het aantal tweede en derde plaatsen wordt gekeken. Hij deed in de jaren dertig van de vorige eeuw met zijn ‘Twee Gebroeders’ al mee. Het schip waarmee hij in het dagelijkse leven turf, mest, stront, maar vooral grond en terpaarde vervoerde. En het schip waar hij met zijn gezin op woonde.
Zijn grootste successen had hij met het ‘Doarp Grou’. In de periode 1958-1962 werd hij vijf jaar achter elkaar kampioen en in 1967 sleepte hij nogmaals een kampioenstitel in de wacht. In de tussenliggende tijd zat hij steevast bij de eerste drie. Zijn beste jaren had hij met Tjitte Lammertsz Brouwer als fokkenist. Die werd later als schipper op de ‘Gerben van Manen’ van Heerenveen zijn grootste rivaal.
Ulbe Zwaga werd in 1969 gevraagd als schipper voor een recreatiecentrum NV De Woudfennen bij Langweer. Dat heeft hij drie jaar gedaan, waarna hij terug kwam bij Grou en meteen in zijn eerste jaar alweer kampioen werd. In 1976 is hij gestopt als schipper.
Lodewijk Meeter: redder van het skûtsjesilen
Lodewijk Meeter is in 1915 geboren in Munnekezijl. Hij heeft ervoor gezorgd dat de Friese zeilwedstrijden met skûtsjes van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) nog bestaan. Toen in 1953 het skûtsjesilen zou worden afgelast wegens te geringe deelname, regelde Meeter voldoende schepen. Hij was de eerste SKS-schipper die, in 1952 in de Folkertsloot bij Earnewâld, omsloeg met zijn schip in het kampioenschap.
Meeter was eigenaar van een scheepswerf en de eerste die speciaal voor de wedstrijden een eigen skûtsje aanschafte. Hij heeft er bovendien voor gezorgd dat een deelnemer aan het skûtsjesilen uit een geslacht van (zeilende) beroepsschippers moet komen. In 1970 en 1971 werd Meeter SKS-kampioen met het Huzumer skûtsje. Hij kwam elf maal op de tweede plek terecht.
Meeter werd in 1971 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was erelid van de SKS en ereburger van de gemeente Leeuwarden. Er was er echter maar één die altijd wel te vinden was op zijn revers en dat was het speldje van de Vereniging van Schippers en Bemanningsleden (VSB) van de SKS. Die uiting van waardering kwam namelijk bij de echte zeilers vandaan voor de aanstichter van de totstandkoming van de VSB in 1969.
Lodewijk Meeter overleed in 2006 op 91-jarige leeftijd in Leeuwarden. In het Skûtsjemuseum is een speciale ‘Meeterkast’ ingericht met alle prijzen die Lodewijk Meeter won met wedstrijdzeilen, zijn Koninklijke onderscheiding en andere persoonlijke attributen.
Rivalen met dezelfde passie
Voordat Lodewijk Meeter schipper werd had hij al wel als bemanningslid ervaring opgedaan tijdens de eerste twee jaren van de SKS. Ook als zwaardman bij Ulbe Zwaga aan boord tijdens de wedstrijden bij Grou, de Veenhoop en Earnewâld. Zwaga had laconiek gereageerd toen Lodewijk in 1952 omsloeg: ‘Allinne in boer sylt syn skip om’. In 1965 overkwam het Zwaga echter zelf ook op de Fluessen…
Lodewijk Meeter vond dat de Zwaga’s te fel zeilden en dat ze nooit wat vergaten. Daar stond tegenover dat de Zwaga’s vonden dat de Meeters allemaal grote bekken hadden en dat het bij hen allemaal om de show ging. Dit kwam vooral doordat de Meeters als enige toch nog regelmatig even het water opgingen als de wedstrijd al was afgelast.
Toch gebeurde het ook wel eens dat De Zwaga’s en Meeters elkaar vonden. Zo waren ze het roerend met elkaar eens tijdens de discussies over de zeilformule in 1975: ‘Wat hat dy Gerritsma (scheepsbouwkundige professor, red.) no foar ferstân fan skûtsjes!’
Streamer: ‘Allinne in boer sylt syn skip om’