75 jaar sks

Column: Rijkdom

Van der Werf, schrijf je dat met 1 of met 2 ff-en? Die vraag is mij al vaak gesteld in mijn leven. Mijn vader – Sjoerd van der Werf – zei altijd: ,,Wy binne Van der Werf mei íen F. De earme tak.” Zijn neef Henk van der Werf vertelde dat zijn vader Sybren altijd zei: ,,Ús namme skriuwst mei íen F. De twadde F is fan Fortuin. En dat ha wy net.”

Een paar jaar geleden hebben we als familie Van der Werf een boek gemaakt over het verloren gewaande skûtsje ‘Ebenhaëzer’, het wedstrijdskûtsje van Dokkum, het schip dat ooit in opdracht van mijn ‘bet-oerpake’ is gebouwd. Toen mijn man dat boek doorbladerde zei hij: ,,Jimme ha in skûtsje hân, in eigen werf en sels in famyljewapen. Ik tocht altyd datsto út in earme famylje kaamst?”

Maar, als je het boek leest kom je al snel tot de ontdekking dat onze familie het skûtsje Ebenhaëzer niet zomaar kon kopen. Onze voorvaderen hebben er keihard voor gewerkt! Dat blijkt onder andere uit het volgende stukje uit het boek, toen ze het skûtsje nog niet hadden gekocht. Ze voeren in die tijd nog met een klein houten zeilschip:

,,Sybren Abrahams van der Werf voer meestal met terpaarde van de kleigrond naar de Friese wouden. Het laden en lossen van de klei was erg zwaar. Al heel jong moesten de kinderen meehelpen en van naar school gaan kwam dan ook niet veel terecht. Sybren spaarde zichzelf niet. Dat had tot gevolg dat hij al voor zijn zestigste jaar lichamelijk helemaal ‘op’ was. Daarom moesten de kinderen die nog aan boord waren vrijwel alle werk doen. Maar al dat gewroet leverde uiteindelijk toch wat op, want in 1907 lieten ze een nieuw ijzeren schip bouwen voor 1925 gulden. Het kreeg de naam Ebenhaëzer wat betekent: tot zover heeft de Heer ons geholpen!”

Nadat ik dit verhaal had gelezen voelde ik me eerlijk gezegd schuldig toen ik later die middag bij de kassa in de supermarkt stond en meer dan 100 euro moest betalen voor de boodschappen. ,,Even pinnen?” Zei de mevrouw van de kassa. ,,Even pinnen”, zei ik met een knoop in mijn maag. Zo gemakkelijk ging dat vroeger niet. Ik dacht aan mijn familie en de zware tijd die ze hadden gehad doordat hun vader ziek werd. Hij kon niet meer werken en het gezin met (toen) zes kinderen moest de hand ophouden bij de gemeente en de kerk, om geen honger te hoeven lijden.

Toen ik thuis alle boodschappen samen met mijn dochter opruimde, spookte het verhaal van de oom van mijn vader door mijn hoofd, Abraham van der Werf. Hij schreef een prachtig verslag: Aventoer op de Burgumer Mar, hoofdstuk 5 in het boek. Wat ik misschien nog wel het mooiste stukje vond, is het volgende:

,,Ferskate bekenden stiene op ús te wachtsjen. Hja hiene heard fan ús aventoer op de mar en woene graach witte hoe’t dat ferrûn wie. It wie in feestlike thúskomst en in feest waarden ek de Krystdagen. Foar it earst sûnt moannen wiene wy as húshâlding wer ris kompleet. Op de twadde Krystdei mochten wy nei de Herfoarme kapel. Prachtich fûn ik dat. In echte Krystbeam wie derby mei glinsterjende bollen en brânende kearsen. Wy waarden traktearre op waarme sûkelademolke en oan de ein krigen wy in pakje. Dêr siet in sinesapel, in sûkeladereep en in lyts lêsboekje yn. Wy fielden ús de kening te ryk.”

En daarmee slaat hij de spijker op z’n kop. Rijkdom zit ‘em niet in geld of een ‘F’ meer of minder. Rijkdom zit ‘em in kleine dingen: ‘in krystbeam mei gljinsterjende bollen, brânende kearsen en waarme sûkelade-molke’.

De bijzondere band die ik dankzij de terugkeer van ‘ús skûtsje’ met de reüniecommissie heb opgebouwd, de vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten voor de Ebenhaëzer, het feestje dat we als familie elk jaar vieren op het schip tijdens de Admiraliteitsdagen… Dát is rijkdom!

Klasina van der Werf

PS: op donderdag 23 juli om 17.30 uur staat het skûtsje Ebenhaëzer centraal in het Max Skûtsje Journaal dat van 18 tot en met 25 juli om 17.30 uur wordt uitgezonden op NPO 1.

Foto door Marit Anker
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close