AlgemeenSKS

Uit de Skûtsjekrant: De Jonge Jan met schipper Harmen Brouwer

“It skipke rint harstikke moai!”

Er gloort weer hoop onder de SKS-minnende Langweerders. Na een paar belangrijke veranderingen verwacht het dorp de onderkant van het klassement voor eens en, beter nog, voor altijd in te kunnen ruilen voor de bovenste regionen van de lijst. Naast schipper Harmen Brouwer, moet ook skûtsje De Jonge Jan het verschil gaan maken. Aan de Piipster met zijn mooie lijnen, gepiekte kont en blinkende prijzenkast hoeft het niet te liggen. Toch heeft de geschiedenis van dit skûtsje ons nog iets geleerd: behaalde resultaten uit het verleden, bieden geen garantie voor de toekomst.

Het is ergens in de beginjaren van 1900 als schipper Sytze Sytema de smaak van het wedstrijdzeilen te pakken krijgt. Met zijn tjalkschip De Jonge Jan weet hij, tussen het verschepen van turf en terpmodder door, het oude geldkistje regelmatig te spekken met prijzengeld. Een vijfje hier, een tientje daar. Er zijn weken bij dat het winnen van wedstrijden zelfs beter loont dan de vrachtvaart. Sytema wil meer. Meer ruimte, meer comfort en bovenal meer snelheid. Het wordt tijd voor een opvolger van zijn tjalkschip. Het wordt tijd voor een Piipster skûtsje.

In sinnich skipke

Zo komt het dat in augustus van 1911 een nieuwe Jonge Jan van de werf glijdt. Nog geen drie weken later wordt hij tweede tijdens zijn allereerste wedstrijd. Helemaal vanzelf gaat dat niet, want het schip is gevoelig voor de kleinste veranderingen. Nu, exact 120 jaar nadat de laatste nagel in het skûtsje werd geslagen, weet ook zijn huidige schipper Harmen Brouwer: “It is in hiel sinnich skipke.” Dus begint hij, net als Sytze Sytema een eeuw geleden, weer bij het begin: “Het is Piipster-eigen, alles moet echt kloppen. Daarom zijn we eerst teruggegaan naar de basis. Het tuig, de trim. Daarna hebben we stukje bij beetje kleine veranderingen doorgevoerd. En dan maar kijken of het zeilen er beter van wordt of niet? Zo ga je door tot je voelt dat het goed is.”

Balans, daar draait het om. Harmen: “Als alle onderdelen precies goed afgesteld zijn, dan is het een fantastisch schip om mee te varen.” Sytema krijgt dat voor elkaar en sleept de een na de andere prijs binnen. Ook zoon Jan en verschillende gastschippers houden de wind in de zeilen. Na de Tweede Wereldoorlog, in wedstrijden van de vers opgerichte Sintrale Kommisje Skûtsjesilen, doet De Jonge Jan vaak goede zaken. Al komt het schip niet altijd ongehavend uit de strijd.

Teleurstellingen

In 1952 wordt voor het eerst het SKS-kampioenschap gewonnen en in 1953 nog een keer. Maar dan houdt het op. Onder de vlag van Earnewâld boekt het skûtsje jaar na jaar teleurstelling op teleurstelling. Het schip komt voor de kant te liggen, krijgt een doorstart in de IFKS, ligt opnieuw voor de kant om vervolgens terug te keren in de SKS. In klassementen eindigt De Jonge Jan meer dan eens ergens onderaan, dan volgt weer een succesje of wacht de middenmoot. Een hernieuwde glorietijd blijft in ieder geval uit. Tot de Piipster in 2007 ineens weer aan de start van de IFKS verschijnt. Jelle Talsma, de nieuwe eigenaar én schipper van De Jonge Jan, heeft decennia aan opgelopen butsen en beschadigingen strakgetrokken. En dat is net om ‘e nocht want het skûtsje snijdt weer door het water en Talsma en zijn bemanning worden nog datzelfde jaar kampioen in de C-klasse.

Schipper Harmen Brouwer

Drastische koerswijziging

Terwijl Jelle Talsma De Jonge Jan in de jaren daarna regelrecht naar de grote A zeilt en zoon Fonger dat vervolgens nog eens evenaart, ploetert de skûtsjecommissie van Langweer moedig voorwaarts in de SKS. Het levert ze niets op. De meest recente kampioenstitel dateert uit 1980, maar verder domineert vooral de onderkant van het eindklassement. Even is er weer een sprankje hoop als schipper Johannes Meeter in 2015 het skûtsje van Langweer op een tweede plek weet te krijgen. Na zijn vertrek gaat het helmhout over in handen van Jaap Zwaga, maar als vervolgens de nieuwe zeilformule wordt ingevoerd, is De Twee Gebroeders niet meer vooruit te branden. De commissie neemt een drastisch besluit: met een nieuwe schipper en een ander skûtsje wordt een flinke koerswijziging ingezet.

“Je ha it leaver oars, mar eltsenien hie der mei te krijen. It wie wat it wie”

Harmen Brouwer: “Ik ging ervanuit dat we eerst nog een jaar op de Twee Gebroeders zouden zeilen, maar toen belde Jelle Talsma met de vraag of ik niet met zijn schip wilde uitkomen in de SKS. Dat wie in hiele ferrassing!” Een verrassing die perspectief biedt, want Brouwer weet als geen ander welke kansen er liggen met De Jonge Jan. Kansen die vervolgens op de lange baan moeten worden geschoven door de intrede van het coronavirus. Harmen: “Dat wie hiel fremd. Je wordt gevraagd, scharrelt een ploeg bij mekaar waar je graag mee aan de slag wilt en dan krijg je dat hele corona-gebeuren. Gelukkig mochten we in de zomer weer zeilen. Al met al konden we toen nog zo’n achttien keer het water op om het schip te leren kennen. Gelukkig, want dan ga je toch heel anders de winter in. Je ha it leaver oars, mar eltsenien hie der mei te krijen. It wie wat it wie.”

Hoppatee

Het jubileumjaar van de SKS verstrijkt zonder een kampioenschap en ook in 2021 blijft het lang onzeker of er in de zomer in competitieverband gezeild mag worden. Het voorseizoen kort rap in, maar dan lijkt er licht aan het einde van de tunnel: “We hoopten er natuurlijk allemaal op en als je dan de cijfers ziet dalen dan denk je ‘hoppatee!!’. Ik heb altijd de droom gehad om zelf als schipper met een bemanning mee te doen en dat zat er nu echt aan te komen.” De Sprintwedstrijden kunnen doorgaan en ook de Foarwedstriid krijgt groen licht. Harmen: “Door de coronamaatregelen konden we maar een korte periode trainen. De voorbereiding was beperkt, dus het is echt heel goed dat we vorig jaar toch nog zo vaak het water op zijn geweest. Dat hawwe je mar wer te pakken.”

In die korte trainingsperiode worden de belangrijkste punten aangepakt: “Boathandling, boeirondingen, gijpen. De automatismen der goed yn krije.” En dat lijkt zo op het eerste gezicht al goed gelukt. Tijdens de Sprintwedstrijden eind juni wordt Langweer tweede. Harmen: “Eén keer een valse start, maar verder ging het super. It skipke rint harstikke moai!  En het is mooi om te ervaren dat je op de goede weg bent. We zullen vast nog een keer de deksel op onze neus krijgen, maar ik denk dat we een stabiele basis hebben.”

“Hy is ek ien fan de 13 konkurrinten en dy wolle je ferslaan”

Kampioenskoers

En dan volgt er weer een teleurstelling: de SKS kan ook dit jaar niet doorgaan. Dus duurt het zeker nog een jaar voordat Langweer weet of de nieuwe koers ook een kampioenskoers is of kan worden. “Natuurlijk zijn er verwachtingen”, realiseert de schipper zich, “maar ik voel geen druk. Er zijn nog dertien andere ploegen die, net als wij, ook dromen van een eerste plek, maar men moet niet denken dat we dat zomaar even bewerkstelligen. We moeten van onze eigen kracht uit gaan, genieten en proberen alles eruit te halen wat erin zit. Dat doen we met elkaar, de bemanning en de vrouwen die hun vakanties opofferen om erbij te kunnen zijn.“

En dan toch nog even over broer Sytze Brouwer, schipper op het skûtsje van Heerenveen. De twee broers waren altijd teamgenoten. Die status is veranderd in ‘concurrenten’. Harmen: “Hy is ek ien fan de 13 konkurrinten en dy wolle je ferslaan. Dêr binne je sportman foar!

Bron: De Jonge Jan, De Poep en de Sytema’s, Klaas Eildert Meeter, Hilda Talsma-Krottje, Klaas Jansma (eindred.) 2010

Foto’s: ThomasVaer Fotografie

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close