Na het sluiten van de inschrijvingstermijn voor de Iepen Frysk Kampioenskip Skûtsjesilen (IFKS) is gebleken dat een recordaantal deelnemers zich heeft ingeschreven voor de editie van 2025. Liefst 67 skûtsjes gaan dit jaar van 9 tot en met 16 augustus in de vier verschillende klassen strijden om de hoogste eer.
Het vorige record stond op 64 deelnemers en dat zijn er deze keer drie meer. De stijging zit ‘m met name in de toename in de klein a-klasse. Die klasse telt namelijk negentien deelnemers en dat is meer dan het beoogde en toegestane aantal van achttien boten. Omdat de skûtsjes in deze categorie een kleiner formaat hebben, heeft het bestuur van de IFKS dat toegestaan. De maatstaf daarbij is of de boten genoeg ruimte hebben bij de start.
Een opvallende naam in de lijst is die van het schip ‘Doeke van Martena’ van schipper Riemer de Graaf. Het Drachtster skûtsje heeft nog geen vijftien meter lengte en maakt zijn rentree in het wedstrijdveld. Er zijn genoeg bemanningsleden bereid gevonden om te strijden voor het schip dat de naam draagt van de eerste Friese admiraal.
Veel debutanten
De C-klasse, waarin in beginsel de nieuwe schippers moeten beginnen, telt dit jaar opvallend veel debutanten. Twaalf van de zestien ingeschreven boten hebben een zogenaamde rookie aan het helmhout.
Dat geldt onder andere voor schipper Anne Heerschop, die op de Ingelskman het roer overneemt van vader Sikke. Die zegevierde in 2023 met hetzelfde schip nog in de A-klasse en werd afgelopen jaar tweede. Maar niet de prestatie van het schip is doorslaggevend, maar de ervaring van de schipper en dus dient Ånne, die jarenlang bemande, aan de basis te beginnen.
Maar in de klasse, die dagelijks om negen uur ’s morgens aan de startlijn verschijnt, duiken meer respectabele scheepsnamen op, zoals Lytse Lies (Gaastmeer). Maar de 73-jarige Tony Brundel, recordkampioen van de IFKS, besloot na 41 jaar skûtsjesilen en dertig jaar in de IFKS te stoppen. Bovendien is hij met een enorme voorsprong lijstaanvoerder in het vleugelklassement, een rangschikking die wordt opgemaakt aan de hand van het aantal bijeen gezeilde eerste, tweede en derde plaatsen.
Andere bekende namen zijn het Wâldwiif (Kootstertile) en Ebenhaëzer (Dokkum), waar Olphert van der Pol het veld moest ruimen voor Willem Kramer, die met vader Baint als adviseur zeilt. Van der Pol neemt het roer over op de Redbad, waarop Wietse Bandstra de afgelopen jaren in de A-klasse goede sier maakte. Hij hoopte op een overgang naar het Huizumer SKS-skûtsje, maar kwam niet door de ballotage, omdat Bandstra niet uit een erkend schippersgeslacht komt. Een eis waaraan de SKS standvastig vasthoudt.
Zes andere schippers
Ook in de A-klasse is dientengevolge in 2025 een aantal andere schippers te bewonderen; zes in getal. Herre Hooghiemstra, Ulbe Zwaga en Arjen de Jong promoveerden vanuit de B-klasse, terwijl Gerrit Huisman, Jilles Bandstra (op het nieuwe skûtsje Vrouwe Jantje) en Jimte Koopmans profiteerden van het feit dat Sikke Heerschop, Brundel en Wietse Bandstra afhaakten.
De rek is er haast wel uit
Met 67 deelnemende skûtsjes is de rek er wel haast uit. Want alle boten en hun volgschepen moeten in de week van de IFKS op locatie wel allemaal een plekje kunnen krijgen. En de startvelden in de verschillende klassen kunnen ook niet meer onbeperkt uitgebreid worden. Dat was ook de reden dat de start van B en C-klasse een aantal jaar geleden al uit elkaar is gehaald.
De oplossing bij een verdere groei zijn om selectiewedstrijden te houden, maar dat idee werd 26 jaar geleden ook al niet met gejuich ontvangen toen er door de schippers werd gesteggeld over de klasse-indeling. In 1999 werd vanwege de groei van de vloot voor het eerst gestart in vier klassen, onder andere omdat het merendeel van de schippers in een enquête aangaf weinig te voelen voor het idee van selectiewedstrijden.
