AlgemeenSKS

Uit de Skûtsjekrant: SKS-Kampioen Douwe Visser van Grou

“Winnen verveelt nooit, het bier smaakt lekkerder en de commentaren zijn leuker”

In 2019 werden Douwe Visser en zijn bemanning van het Grouster skûtsje voor de derde keer op rij kampioen van de SKS. Met in totaal zes kampioenstitels op naam, behoort Visser tot één van de meest succesvolle SKS-schippers allertijden. Een skûtsje-carrière die ooit begon met veertien lucifersdoosjes en twee paar kinderhandjes.  

Voorzichtig wordt er heen en weer geschoven. Een stukje naar voren, dan over bakboord richting de ton. Een denkbeeldige windvlaag en ineens ziet het ‘wedstrijdveld’ er weer heel anders uit. Op de bank in een stuurhut liggen 14 lucifersdoosjes. Nee correctie, er liggen 14 skûtsjes. Met aan het helmhout de jonge neefjes Douwe en Albert Visser. Ze zijn druk verwikkeld in hun eigen kampioenschap. Een serieuze strijd, want het is en blijft wel de SKS. “Elk doosje had een naam van een skûtsje”, vertelt Douwe, “en dan speelden we de wedstrijd na of alvast voor. Om de beurt mochten we een ‘skûtsje’ verplaatsen tot er één finishte. Mijn vader zeilde bij Sneek en Albert zijn vader op Lemmer, dus die wonnen vaak bij ons.” Zo worden daar, op die bank, de eerste kleine tactische zetten uitgevoerd. Douwe: “We konden misschien nog niet in het echt meedoen, maar we waren al wel op heel jonge leeftijd bezig met het skûtsjesilen.”

Ambities
Dat echte werk begint als Douwe vijftien is. De eerste taken aan boord bestaan uit simpele klusjes, maar niet veel later volgen plekken aan de schoot en fok. Geen centimeter van het skûtsje blijft onbekend terrein, elke windvlaag wordt gevoeld en alle manoeuvres nauwlettend bekeken, want de ambities liggen hoog. “Ik wilde zeker schipper worden, maar nog niet te snel. Ik wist wat erbij komt kijken en het vergt heel veel tijd. Toen ik een jaar of 38 was, kwam het op mijn pad. In moaie leeftiid om dermei te begjinnen.

“Gaandeweg de SKS dacht ik ‘dit giet wol hiel goed’”

Aan het helmhout van Drachten heeft Douwe Visser zijn primeur als schipper in de SKS: “We hadden een hele mooie ploeg, allegear goeie jonges en hiel gesellich!” Het eerste jaar worden ze achtste, een jaar later derde en daarna vijfde. In 2005 stapt Douwe over naar Grou en wordt tot ieders en bovenal zijn eigen verbazing, direct kampioen. “Dat was een heel apart, eerste kampioenschap. Tot drie weken voor de SKS zat ik in het buitenland. Toen moest mijn voorbereiding nog beginnen, dus dan verwacht je niet zo heel veel.” Onbevangen en zonder enige druk begint de bemanning van het Grouster skûtsje aan de SKS, op het achterdek hun hagelnieuwe schipper. Douwe: “Zeilen is voor een groot deel gevoel erbij hebben. Daar hoef je niet lang op te oefenen, dat heb je in al die jaren al opgedaan. Je merkt gelijk of een schip goed zeilt of niet en Piipsters zijn hele fijne skûtsjes. Gaandeweg de SKS dacht ik wel ‘dit giet wol hiel goed’.” De resultaten onderschrijven dat gevoel. De Grousters worden op eigen water vierde, daarna ook nog een paar keer derde en tweede. De reeks wordt afgesloten met twee dagzeges en het beste puntenresultaat van de vloot. Douwe heeft zijn eerste kampioenstitel te pakken. Voor Grou is het de tiende in de geschiedenis van de SKS.

Drie keer kampioen
Het blijkt geen toevalstreffer. Het skûtsje blijft in de top meezeilen, wordt in 2009 opnieuw kampioen, vijf jaar later nog een keer en in 2017 begint de reeks van drie opeenvolgende titels. Douwe: “Dat is net hiel ferfelend of sa.” Met z’n allen het maximale eruit halen, daar doe je het voor. “Je begint elk jaar weer aan het kampioenschap met als doel het te winnen. Ik gun dat ook heel erg aan een ander, maar je wilt het natuurlijk net zo goed zelf. Het zeilen is tenslotte leuker als het goed gaat. Vooral het gevoel dat het schip precies doet wat wij willen. En natuurlijk, winnen verveelt nooit. Het bier smaakt lekkerder en de commentaren zijn leuker.”

Skûtsjesilen, het skûtsje van Grou in 2018
Gespannen gezichten tijdens de finale in 2018.

Focus en kunnen loslaten. Het blijken de bewezen eigenschappen voor succes. Douwe: “Als je dingen niet buiten kunt sluiten, dan heb je teveel aan je hoofd. Het combineren van ons drukke bedrijf met het skûtsjesilen is misschien wel de grootste uitdaging geweest voor mij als schipper. Nu ik zelf minder onderweg ben en meer op kantoor zit, gaat het een stuk gemakkelijker en toevallig zijn we sindsdien ook drie keer kampioen geworden.”

“Die negen titels zijn een mooi doel om te evenaren”

Skûtsjes voor de kant
Loslaten. Het is meer dan nodig in dit door corona gedomineerde jaar. Ook op het gebied van de silerij. Na lang praten, discussiëren en puzzelen wordt het SKS-kampioenschap in 2020, nota bene het jubileumjaar, van de agenda gehaald. Skûtsjes blijven voor de kant en bemanningen aan wal.  Douwe: “Ik ben mijn hele leven bij het skûtsjesilen geweest en vorig jaar door corona voor het eerst niet. Dat is gedenkwaardig, maar vooral ook frustrerend. Het is niet dat we de tijd niet zijn doorgekomen, mar it hoecht fansels net noch in kear.” Want de bemanning van het Grouster skûtsje wil niets liever dan opnieuw de titel verdedigen en de andere ploegen azen op revanche. Douwe: “Elk kampioenschap hebben we het moeilijker, want er zijn nog dertien die ook kampioen willen worden en voor hen zijn wij nu de grootste concurrent. Toen Douwe van Snits voor de derde keer de titel won, hebben we hem het jaar daarop tijdens de laatste wedstrijd ook wel een beetje geplaagd. De uitdaging wordt dus steeds groter en dat vinden we ook helemaal niet erg, het hoort er allemaal bij.”

Boven verwachting
Zes kampioenstitels. Alleen de oude Ulbe Zwaga en neef Douwe Visser hebben vaker een SKS-kampioenschap gewonnen. Tot nu toe dan, want deze Douwe Visser is voorlopig nog niet van plan het Grouster helmhout aan de spreekwoordelijke wilgen te hangen. En met zijn zes titels kruipt hij gestaag richting de negen die neef Douwe in het verleden met de Sneker Pan bij elkaar wist te zeilen. “Wat dat betreft is elk jaar dat we een kampioenschap missen één teveel”, refereert Visser aan de door corona geannuleerde SKS van vorig jaar. Lachend: “Nu ben ik natuurlijk nog hartstikke jong*, maar die negen titels vind ik wel een heel mooi doel om te evenaren. En dan zit er ook nog een heel mooi volgend doel net boven: het recordaantal van elf op naam van Zwaga. Aan de andere kant, ik vind dit al boven verwachting. Dat je drie keer achter elkaar kampioen kunt worden. Dat had ik nooit kunnen dromen toen wij nog met die lucifersdoosjes bezig waren.”

Benieuwd naar de andere artikelen uit de Skûtsjekrant? Klik hier en lees hem digitaal! (Of haal hem op bij de Poiesz!)

Foto’s: ThomasVaer Fotografie

 

Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close